718
13 JUNI 1929.
De VOORZITTER stelt daarop aan de orde
35. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot toe
kenning van een crediet voor het leggen eener tweede pers
leiding ten dienste der Waterleiding vanaf het pompstation te
Dorst tot aan de Teteringenstraat en tot toekenning van een jl
crediet voor het aanbrengen van verbeteringen en uitbreidin
gen aan de bestaande persleiding, luidende als volgt
„Zooals uit het hierbij overgelegde rapport van den direc
teur der lichtbedrijven en waterleiding d.d. Januari 1Q29
„Nr. 748 blijkt, is het noodzakelijk, dat wordt overgegaan tot
„vergrooting van het transportvermogen der waterleiding.
„Dit zal behooren te geschieden door het leggen van een
„tweede persleiding. Oorspronkelijk lag het in het voorne-
„men deze te projecteeren in den Rijksweg van Tilburg naar
„Breda. Bij bespreking met den Rijkswaterstaat bleek, dat
„daarvoor geen toestemming zou worden gegeven in ver-
„band met het aanbrengen van een nieuw gesloten wegdek, 2
„waaronder geen leidingen worden geduld. Gezocht is toen
„naar een oplossing, waarbij de bestaande persleiding intact
„kan blijven. Om te zorgen dat aan deze leiding in de toe
komst zoo weinig mogelijk zal behoeven te worden ge-
„werkt, zullen door de waterleiding eenige maatregelen moe-
„ten worden getroffen ten aanzien der afsluiters en brand-
kranen, terwijl voor de distributie aan de Zuidzijde van
„den weg op eenige plaatsen leidingen dwars onder den weg
„door zullen worden gebracht. De kosten van deze voor
zieningen worden geraamd op f 5000,
„Voor de 2e persleiding werd, nadat gebleken was, dat
„door de aanwezigheid van kabels in de Zuidzijde van den
„Tilburgschen weg daar geen plaats was, de volgende op
lossing gevonden. Deze is, met een inw. diameter van 300
„m.M. geprojecteerd vanaf den meterput op het Pompstation
„te Dorst, langs de Steenfabriek van de firma Frans O o-
„men, het Cadettenkamp en de spoorlijn tot op den Ooster-
„houtschen weg, dan onder de spoorbaan Breda-Tilburg door