13 JUNI 1929. 729 Hieraan is toegevoegd een nader voorstel van Burgemees ter en Wethouders, luidende „In aansluiting aan den wensch der slagers, die in de toe komst in het slachthuis zullen slachten en in overleg met de „Slachthuis- en Veemarktcommissie hebben wij de eer U „voor te stellen de ontwerp-heffingsverordening van rechten „voor het Openbaar Slachthuis zoodanig aan te vullen, dat „een recht zal worden geheven voor geheel afgekeurde nood- slachtingen. Noodslachtingen komen nagenoeg uitsluitend bij het .veehoudersbedrijr voor het percentage afkeuringen daarvan „is vrij aanzienlijk de arbeid daaraan voor het slachthuis „verbonden is omvangrijk. „Volgens de door ons voorgestelde heffings-verordening „wordt een recht geheven alleen van het goedgekeurde „vleesch. Afgekeurde noodslachtingen zouden dan vrij zijn. „Zoodoende zouden de kosten, die het slachthuis uitsluitend „ter wille van het veehoudersbedrijf maakt, indirect omgewen teld worden ook over de slagers net lijkt billijker deze „kpsten te doen betalen door hem te wiens behoeve ze „gemaakt zijn. „In overeenstemming met de Slachthuis- en Veemarktcom- „missie stellen wij U derhalve voor, in art. 2 als 3e alinea „tusschen te lasschen „Van geheel afgekeurde noodslachtingen wordt wegens het „(gebruik van stallen, slachthallen en wegens het keuren een „recht geheven gelijk aan de helft der bedragen in art. 4 „voor het enkele keuren bepaald, een en ander naar de aldaar „gemaakte onderscheiding." De VOORZITTER deelt ter bekorting van de discussies mede, dat een minderheid in de commissie van bijstand van oordeel was, dat het wegens geheel afgekeurde noodslachtin gen te heffen recht iets hooger moet zijn dan wordt voorge steld. Vervolgens doet Spr. mededeeling van een ingekomen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 729