13 JUNI 1929. 731 de gemeenten Chaam, Ulvenhout, Zundert, Rijsbergen, Etten- Leur enz., worden de landbouwers dier gemeenten in de ge legenheid gesteld hun ziek, gebrekkig of in nood verkeerend vee ter keuring of ter keuring en ter slachting te doen aan nemen. Daardoor is het aantal noodslachtingen hier zoo aanzienlijk. Mijnheer de Voorzitter, in beginsel is daar niets tegen. Ik juich het zelfs toe, dat er op deze manier medewerking wordt verleend en die menschen daardoor geholpen worden, maar waar mijn bezwaar tegen gaat, is dit wordt deze verordening aangenomen, dan zal zulks komen ten la-te van den bonafiden slager en nu geloof ik toch niet, dat het de bedoeling kan zijn om de eene categorie, waarvoorin een en hetzelfde bedrijf diensten gepresteerd worden, te belasten met de kosten van de andere. In de toelichting, die bij deze verordening gaat, wordt ook van de zijde van Burgemeester en Wethouders toegegeven, dat voor deze noodslachtingen ook meerdere diensten ge vraagd worden daarin komt onder meer voor „Noodslachtingen komen nagenoeg uitsluitend bij het „veehouders-bedrijf voor. „Het percentage afkeuringen daarvan is aanzienlijk de „arbeid daaraan verbonden belangrijk." Allemaal redenen, Mijnheer de Voorzitter, om hiervoor dan ook een billijker bedrag vast te stellen. De mogelijkheid bestaat, dat men denkt door een geringe heffing van keurloon meerdere zekerheid te hebben dat ge storven of in nood geslachte dieren aan het slachthuis ter keuring zullen worden aangeboden. Dit mag toch nog geen rieden zijn om het recht en de billijkheid uit het oog te ver- lijezen Ik voor mij acht die meening echter onjuist of ten minste zeer overdreven. Het komt de laatste jaren, dank zij de activiteit van den keuringsdienst, zeer sporadisch voor. dat men tot een frauduleuze slachting durft over te gaan. En ik verwacht dan ook niet, dat, al zou dat keurloon eenigs- zins hooger zijn, men dergelijk vee uit het slachthuis zal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 731