756 28 JUNI 1929. plannen zijn waarvoor ook een bedrag op de begrooting is uitgetrokken tot verplaatsing der werkplaatsen op het Kerkplein. Echter kan ik er niet in vinden, wanneer die verplaatsing zal geschieden. En om nu te voorkomen, dat dit nog jaren wordt uitge steld of wellicht het laatste jaar zal gebeuren, zou ik in dit voorstel, de bepaling opgenomen willen zien, dat de ver plaatsing dier werkplaatsen, met andere woorden de oprui ming der keeten op het Kerkplein, vóór 1 Juli 1930 moet geschied zijn. De heer RIPPEN wenscht de werkplaatsen nog eerder verplaatst ie zien dan op 1 Juli 1930. Spr. wil het voorstel van den heer Loon en wel steunen, maar zou er toch op willen aandringen, dat de verplaatsing eerder gebeurt. De VOORZITTER zegt, dat het inderdaad in de bedoe ling van de Restauratie-commissie ligt, met de verplaatsing der keeten spoed te maken; de gewenschte datum is dus wellicht wel in acht te nemen. Spr. vindt het evenwel ge vaarlijk daaraan het verleenen der geheele subsidie te ver binden; men zou het gewone bedrag ad f 6500,- - in elk geval kunnen toestaan en de 2000 gulden verhoogde sub sidie verleenen op voorwaarde, dat de keeten vóór 1 Juli 1930 opgeruimd zijn. Men moet echter niet vergelen, dat de provinciale subsidie met die der gemeente samenhangt; het lijkt Spr. daarom beter toe, de gevraagde subsidie te verleenen en de Restauratie-commissie mede te deeien, dat het subsidiebedrag is verhoogd in het vertrouwen, dat de verplaatsing der keeten vóór 1 Juli 1930 zal hebben plaats gehad. De heer CERUTTI wijst op het feit, dat de ko-ter van het kerkgebouw binnenkort de gemeente verlaat, zoodat dan diens woning vrijkomt voor bergruimte.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 756