28 JUNI 1929. 757 De heer KROONE steunt het voorstel van den heer Loonen. De heer LOONEN ziet niet in, dat hetgeen hij beoogt bezwaar kan opleveren voor het provinciaal subsidie; hij vindt het ook een provinciaal belang, dat de keeten op het Kerkplein verdwijnen. De VOORZITTER is het daarmede niet eens; de gemeente Breda is in deze de meest belanghebbende. Spr. vreest, dat als de gemeente restricties gaat maken, het Rijk en de Provincie dit ook zullen doen. De heer LOONEN vindt de door hem voorgestelde voor waarde gemakkelijk na te komen. Spr. houdt derhalve aan zijn voorstel vast. De VOORZITTER zegt, dat het een bezwaar is, dat het dan voor de andere subsidiegevende lichamen niet zeker is, dat Breda subsidie verleent. De heer VAN VEEN vindt het stellen van een zoodanige voorwaarde niet logisch. De VOORZITTER merkt nog op, dat het voorstel-Loonen onnoodig moeilijkheden schept. De heer LOONEN zegt, dat, als men die voorwaarde niet stelt, men allen invloed op het verdwijnen van de keeten kwijt is. De VOORZITTER zegt, dat de heer Loonen doet alsof men in deze op onwil van de zijde der Restauratie-com- mis.-ie stuit. Dit nu is geenszins het geval. Spr. is van oordeel, dat men met de door die commissie in het voor uitzicht gestelde oplossing content kan z-p.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 757