28 JUNI 1929. 759 „gebracht (zie gedrukte notulen 1928, bldz. 944 e. v.). „Meer in het bijzonder echter wenschen wij er met nadruk „op te wijzen, dat het thans niet het geschikte oogenblik „is om het voorstel van den heer Haaiman, dat de noodige „offers van het waterleidingbedrijf zal vergen, te aanvaarden. „Van dit bedrijf toch, dat voor zijn uitbreiding tot den „huidigen omvang een aanzienlijk kapitaal heeft gevraagd, „valt in de eerste jaren geen of een zeer bescheiden winst „te verwachten. „De aanleg van de nieuwe 2e persleiding, waarvan de „kosten op pl.m. f 77,000,worden geraamd en tot uit voering waarvan aan Uw College in dezelfde vergadering „waarin dit voorstel aan de orde komt, machtiging wordt „gevraagd, zal mede de jaarlijksche kosten van het bedrijf „verhoogen. „In verband met het vorenstaande wil ons College eerst „de ontwikkeling van het bedrijf afwachten, alvorens ver hindering van de tarieven te kunnen bevorderen. „De betrokken commissie van bijstand gaf geen eenstem- „mig advies. „Twee leden verklaarden zich vóór het voorstel; één lid „zich daartegen en deed als zijn meening kennen, dat de „mindere betaling voor het w.iter mede door hen, voor wie „dat niet bedoelJ is, van zeer geringe beteekenis mag worden „geacht en waterverspilling in de hand kan werken. „De twee eerstgenoemde leden meenden, dat het aange voerde er tegen niet zoo zwaar behoefde te worden aan geslagen en waren van oordeel, dat invoering van de „voorgestelde wijziging daarom niet moest worden nagelaten. „Wij deelen de meening van de minderheid der commis- „sie en geven Uwen Raad, mede in verband met de hiervoor „ontvouwde financieele argumenten, in ernstige overweging „het voorstel van den heer Haaiman niet aan te nemen." De heer HAALMAN zegt, naar aanleiding van dit afwijzend prae-advies op zijn voorstel, te gelooven, dat Burgemeester

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 759