28 JUNI 1929.
765
De VOORZITTER vindt liet dan beter met de verdere
behandeling van het voorstel te wachten totdat de nieuwe
persleiding gereed is.
De heer HAALMAN acht zulks niet noodig.
De VOORZITTER zegt, dat de nieuwe persleiding wijzi
ging in de watervoorziening zal brengen; het is derhalve
gewenscht de zaak nog eens onder de veranderde omstan
digheden onder de oogen te zien.
De heer VAN BUITENEN kan zich daarmede vereenigen,
maar verklaart, dat zijn bezwaren tegen het voorstel-Haal
ma n daarmede niet vervallen zijn.
Den VOORZITTER komt het toch beter voor, de behan
deling van het gewijzigde voorstel - H aal m a n tot na het
totstandkomen van de nieuwe persleiding aan te houden.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
22. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot vast
stelling van de verordeningen op de heffing en invordering
van rechten voor het Slachthuis (aangehouden in de vorige
vergadering).
De VOORZITTER brengt in herinnering, dat deze zaak
in de vorige vergadering al is aangesneden door de heeren
Elich en Ku ij laars.
De heer ELICH zegt het volgende:
Mijnheer de Voorzitter.
Daar ik mij in de laatst gehouden vergadering in mijn
repliek wegens het late uur zeer bekort heb, zij het mij