28 JUNI 1929. 769 de tijd, waarop iemand toegang tot de koelruimte wordt verleend op de uren, waarin het koelhuis is gesloten doch het slachthuis is geopend, op ten hoogste 5 minuten gesteld. Een dergelijke pietluttige bepaling vindt men volgens Spr. in geen enkele andere verordening op dit gebied. Hij vreest, dat zij aanleiding zal geven tot geharrewar en stelt voor, „gedurende ten hoogste 5 minuten" te vervangen door „per keer." Spr. vindt het zeer logisch, dat voor noodslachtingen keurrecht wordt geheven, maar als men van dit beginsel uitgaat, moet men ook doorredeneeren en voor noodslach tingen niet de helft van dat recht laten betalen, doch het volle keurloon, want de keuringsdienst heeft voor nood- slachtingen meer te doen dan voor goedgekeurd vleesch. Het amendement van den heer Elich zou echter tot on billijkheden leiden, daar van noodslachtingen alleen het keudoon geheven behoort te worden. Spr. geeft den heer Elich dan ook in overweging, zijn amendement in te trekken en zich aan te sluiten bij het door hem in te dienen amendement, waarbij voor het heffen van een recht van noodslachtingen wordt verwezen naar artikel 4 der verordening. Spr. wil de zaak thans renvoyeeren naar de Slachthuis commissie; hij zal dan zijn amendementen bij die commis sie indienen. De VOORZITTER veronderstelt, dat het ook de wensch van den heer H a a 1 m a n is, deze zaak spoedig en zoo goed mogelijk af te handelen. Het verwondert Spr. dan ook wel, dat, terwijl de zaak reeds in de vorige vergadering in behandeling is gekomen, de heer Haaiman al dien tijd heeft laten verloopen en eerst nu zijn amendementen aan kondigt. De heer LOONEN zegt het volgende: Mijnheer de Voorzitter. Waar de keur- en siachtloonen de hoofdbron der inkom-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 769