76 17 JANUARI 1929. minder dan nu betalen. Echter de me'ergegoeden wei nig in getal zullen dat moeten aanzuiveren. De hoeveel heid belastbaar inkomen wordt door die verschuiving minder. Dan loopt men gevaar dat de spankracht te groot wordt. We hebben reeds gezien, dat velen de wijk naar het buiten land genomen hebben, omdat de belastingen in Nederland -3* hun te hoog werden. Laten wij oppassen, dat de meer- gegoeden uit Breda niet wegloopen, wegens te hooge be lasting of weigeren om die reden zich hier te vestigen. Voor dezen zeker moet Breda een bewoonbare stad zijn. Winsten uit de bedrijven. Het zij mij nu vergund mijn meening te zeggen over de winsten uit de bedrijven. Als men overweegt wat daarover gisteren gezegd is, dan zou men tot het besluit komen, dat niets zoo slecht is als het maken van winst uit de bedrijven. Hoe sta ik daar tegenover? Het extremistische standpunt, dat wij water, gas, electri- citeit, kosteloos aan ieder ingezetene moeten verschaffen heb ik gelukkig niet hooren verdedigen. Zelfs het leveren van die goederen tegen kostprijs is hier niet verdedigd. Iln alle gemeenten, waar bedrijven zijn, speciaal lichtbe- drijven, worden meer of minder belangrijke winsten gemaakt. In elk geval belangrijke winsten. In de grootste gemeenten het meest, minder naar gelang de gemeenten kleiner worden. Dit komt daardoor, dat in groote gemeenten de menschen meer op werk der overheid zijn aangewezen; de uitgaven zijn er grooter; de inkomsten moeten dus ook grooter zijn. Men zou het wel kunnen vinden uit de gemeentelijke in komstenbelasting, maar men doet dat niet. Men haalt 'de inkomsten ook uit de bedrijven. En hoe grooter de ge meente, des te meer, ook in relatieven zin. Dat is- historisch, noodzakelijk, men kan er niet buiten. En ook daar, waar socialisten het heft in handen hebben, kan men er niet buiten. Maar als wij het dan hier ook doen, moet men op die winsten niet zoo schimpen. Is het maken van win sten een fout? M. i, neen, het komt mij voor, dat er

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 76