772
28 JUNI 1929.
De VOORZITTER zegt, dat, als er lacunes in de ver
ordening- zijn, die later kunnen worden aangevuld; er zal
toch nog een verordening op het gebruik van het Slacht
huis in het leven moeten worden geroepen, zoodat dan van
de opmerkingen van den heer Haaiman gebruik kan
worden gemaakt. Nu vraagt de heer Haaiman, wat
eigenlijk onder goedgekeurd slachtgewicht moet worden
verstaan,
De heer HAALMAN: Dat is inderdaad een zeer belang
rijke kwestie.
De VOORZITTER voortgaande, zegt, dat de desbetreffende
bepaling zoo moet gelezen worden als zij er staat. Wat
het gebruik van het koelhuis in besloten tijd aangaat, zegt
Spr., dat het noodig is daarvoor iets te vragen om de
menschen regelmaat te leeren. De weegrechten zijn opge
nomen in artikel 7; dus is daarin, naar het voorkomt, vol
doende voorzien. De overige opmerkingen van den heer
Haaiman behooren bij de verordening op het gebruik
van het Slachthuis (huis.
Het stemt Spr. tot voldoening, dat men het met het
stelsel van het heffen van een recht per slachtgewicht eens is.
Wat nu de kwestie van de noodslachtingen betreft, gelooft
Spr., dat men het hem toch wel euvel zou duiden, a's hij,
in afwijking met hetgeen in de Slachthuiscommissie be
sloten is, hier met een nieuw denkbeeld voor den dag zou
komen. De heer Elich maakt de kwestie dan ook wel zeer
moeilijk door ongemotiveerd een amendement van princi-
pieele strekking in te dienen, terwijl hij volop gelegenheid
heeft gehad zijn bezwaren in de commissie kenbaar te
maken. Over de zaak zelve valt niets nieuws te zeggen
Spr. is het in deze eens met den heer Van Noort aan
wiens opvatting een zeer gezond idee ten grondslag ligt.
Voorts is het van hygiënisch en financieel belang het aan-