r
28 JUNI 1929.
775
Mijnheer de Voorzitter ik meen, dat ik de zaak in de
vorige vergadering en ook nu voldoende heb toegelicht en
weerlegd en zal het er nu verder maar bij laten. Ik dank U.
De VOORZITTER antwoordt den heer Haaiman, dat
de vrijbank valt onder de bijbehoorende inrichtingen be
doeld in art. 2; een recht voor het gebruik van vleesch-
verkoopruimte behoeft daarin dus niet te worden opgenomen.
Spr. constateert, dat behalve het punt van de noodslach-
tingen door de geheele commissie met de ontwerp-veror-
dening wordt accoord gegaan. Het is evenwel gewenscht
de noodslachtingen zooveel mogelijk naar het abattoir te
trekken.
Spr. sluit alsnu de algemeene beschouwingen, waarop
wordt overgegaan tot de artikelsgewijze behandeling der
verordening.
Artikel 1 wordt zonder eenige bedenking
onveranderd goedgekeurd en vastgesteld.
Artikel 2.
De VOORZITTER deelt mede, dat hierop een amende
ment is ingediend door den heer Elich om „per K.G.
goedgekeurd geslachtgewicht" te vervangen door „per K.G.
gekeurd geslachtgewicht".
De heer VAN VEEN vraagt, of het, in verband met het
groote aantal opmerkingen, dat over verschillende onder
deden der verordening is gemaakt en welke nu niet terstond
kunnen worden beoordeeld, niet beter zou zijn om te be
sluiten deze ontwerp-verordening zooals zij daar ligt voor
een jaar aan te nemenmen kan dan in de practijk zien,
wat er aan ontbreekt.