28 JUNI 1929.
787
„der periodieke ovenvoorzieningen, deels als bijdrage in de
„kosten van een in de naaste toekomst bij te bouwen oven.
„Het hierboven gegeven overzicht van de gunstige finan-
„tieele resultaten geeft ons de overtuiging, dat de gasfabriek
„zeer economisch werkt en dat ook de laatste vernieuwingen
„en verbeteringen aan de oveninstallatie de verwachte goede
„resultaten hebben opgeleverd (het rendement steeg hierdoor
„van pl.m. 45 M3. op pl.m. 50 M3. per 100 K.G. kolen).
„Daar bovendien de gasafgifte voortdurend niet onbe
langrijk toeneemt (in 1928: 7%, sinds 1920: 37.79%)
„geeft ons daar hierdoor de gemiddelde kostprijs daalt
„alle aanleiding de toekomst met vertrouwen tegemoet te
„zien.
„Wordt de gasprijs verlaagd met 1 cent per M3. over het
„2e halfjaar van 1929, dan valt daardoor een mindere in-
„komst te verwachten van pl.m. f 25,000,waarmede het
„geraamde winstcijfer zou zijn te verminderen.
„De voor 1929 geraamde gasafgifte zal voor zoover
„thans is te overzien ruimschoots behaald worden; immers
„het verbruik over de eerste 4 maanden was 2,097,080 M:!.
„tegenover 1,922,130 M3. in de overeenkomstige periode in
„1928.
„De totale productie voor 1929 is geraamd op 6,500,000 M-\
„De thans reeds verwachte overschrijding van deze gas
afgifte alsook de stijging, die het gasverbruik tengevolge
„van prijsverlaging zal ondergaan zal compenseerend werken
„ten opzichte der anderzijds verminderde inkomsten.
„Tenslotte wordt de exploitatierekening gunstig beïnvloed
„door de conversie der 6% leening van 1923, waarvan per
„1 Januari 1929 nog f 240,000,— ten laste der gasfabriek
„was. Daaruit vloeit een jaarlijksch voordeel aan mindere
„rente voort, hetwelk voor 1929 is te stellen op f 3,300,
„Zou dus, zooals vermeld, de mindere ontvangst tenge
volge van 1 cent tariefsverlaging, de winst voor 1929
„f 25,000,lager doen zijn dan bij de begrooting is geraamd,
