82 17 JANUARI 1929. aarzel niet te verklaren dat, indien voorstellen voor woning bouw misschien wal langer zijn uitgebleven dan wenschelijk was, dit te danken is geweest aan en mede de schuld is van de S. D. A. P., die door haar onbekookte redevoeringen en haar herhaaldelijk, bijna hinderlijk aandringen in het publiek, het voor het College bijna onmogelijk heeft ge maakt om grondaankoopen tegen behoorlijke prijzen te doen, waarop arbeiderswoningen konden worden gebouwd; daardoor is slechts in de hand gewerkt, dat de grondprijzen tot het onredelijke werden opgedreven. Ik herinner slechts aan de redevoeringen van den heer Rippen op 27 Jan., 3 Mei, 26 Juli en 4 Sept. 1928; ik herinner ook aan de waarschuwing van den heer Van Buitenen op 26 Juli 1928 aan den heer Rippen gedaan, dat men door dergelijk onbesuisd optreden den arbeiderswoningbouw geen goeden dienst bewees. Wat het College wil isbehoorlijke wonin gen tegen niet te hoogen prijs om zoodoende een sluitende exploitatie te krijgen. Om maar op goed geluk af gronden te koopen en op goed geluk af te gaan bouwen, is een omspringen met de belangen van de arbeiders en met de gemeente-financiën, die groote afkeuring verdient. Afkeuring verdient dan ook het door den heer Haaiman op 26 Juli 1928 letterlijk in den Raad gezegde: „Och, die finan- ciëele opzet komt wel terecht; dat is een ding van later zorg; toon eerst maar een wil dat woningbouw moet tot stand komen, dan komt de weg van den financiëelen opzet vanzelf wel!" Wat den eisch van een woningbeurs betreft, wilde ik U nog even opmerken, dat ik het „gedurfd" vind van de overzijde om in Den Haag, daartoe te requestreeren, wanneer men nauwlijks 6 jaar geleden mede het besluit nam om, óók in Den Haag, ontheffing van het hebben van een woningbeurs te vragen. Zooals de Nota van Burgemeester en Wethouders vermeldt, zal binnenkort een voorstel totdenbouwvan+120 woningen den Raad bereiken, zoodat dan in totaal gewerkt wordt aan 70+ 28

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 82