30 JULI 1929. 847 De heer VAN VEEN zegt, dat die kwestie van meer belang is dan de Voorzitter het voorstelt, want als deze kosten ten laste van den woningbouw worden gebracht, zullen cle huren daardoor verhoogd worden, hetgeen voor hem een reden te meer zou zijn om tegen dit voorstel te stemmen. De heer VAN MIERLO verwijst den heer Van Veen daarvoor naar de stukken, waarin vermeld is welk deel der kosten ten laste van den woningbouw en welk deel ten laste van d e gemeentekas komt. De heer VAN VEEN zegt, dat daarin niets van dien aard te vinden is. De heer VAN MIERI.O Dan kunt U niet lezen. Er staat toch in het prae-advies, dat een deel der kosten, n.l. f 39000, niet ten laste komen van den woningbouw. De VOORZITTER doet voorlezing van de desbetreffende passage en zegt, dat een deel der kosten, zijnde f 39.000,-, ten laste van de algemeene kas komt, terwijl een bedrag van f 32,000,ten laste van den woningbouw komt. De heer VAN VEEN Dat maakt U er nu van, maar het staat er niet zoo. Zonder verdere bedenkingen wordt alsnu con form het voorstel van Burgemeester en Wethou ders besloten. De heeren Van Veen en Zijlmans wenschen aant.ee- kening in de notulen, dat zij tegen dit voorstel zijn. 36. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot wijzi-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 847