30 JULI 1920.
868
vergadering op de andere van beginsel was veranderd. Dit
zal bovendien nog uit de notulen blijken.
De heer VAN VEEN tart den heer Wethouder Van de
Ven om aan te toonen, dat hij van de eene vergadering pp
de andere van principe zou zijn veranderd.
Wat deze heeft beweerd over den straataanleg in de com
plexen der woningbouwvereenigingen toont aan, dat deze
Wethouder rne.. de geschiedenis niet op de hoogte is
Toen de Regeering nog tegen betrekkelijk lage ren'.e voor
schotten gaf aan woningbouwvereenigingen, ook voor bestra
ting en rioleering, is daarvan natuurlijk dankbaar gebruik ge
maakt, maar dit wil geenszins zeggen, dat de Raad in beginsel
heeft goedgevonden om de bewoners een verkapte straatbe
lasting te laten betalen.
Wethouder Van Mierlo overdrijft schromelijk door
f 80.000,a f 85.000,- te durven noemen hij zal zijn cij
fers te zijner tijd deugdelijk waar moeten maken. Het gaat
niet op, daarmee hier nu zonder bewijs te schermen.
De heer VAN DE VEN merkt op, dat bij eenige dier wer
ken de kosten verrekend waren in den koopprijs van den
grond. Uit een bij de vorige gelegenheid ingesteld onderzoek
is hem gebleken, dat de bouwvereenigingen steeds de kosten
voor bestrating en rioleering moesten betalen, behalve in een
paar gevallen toen het Rijk ze betaalde. Hij doet een beroep
op den heer Cru ijs, als bestuurslid van de Aigemeene Wo-
ningbouwvereeniging, om dit te bevestigen.
De heer GRUIJS beaamt zulks voor zoover zijn bouwver-
eeniging betreft.
De heer VAN DE VEN deelt nog mede, dat als het voor-