872 30 JULI 1929. De VOORZI TTER stelt voor, deze beide adressen te stel len in handen van Burgemeester en Wethouders om prae- advies. Verslagen. Door den heer VAN OOSTERUM wordt, namens de com missie belast met het onderzoek van de rekening van den Ar menraad, den Warenkeuringsdienst, het Oude-Mannenhuis en het Gesticht voor R. K- Oude Vrouwen, alle over het dienst jaar 1928, gerapporteerd, dat zij die rekeningen met de daar bij overgelegde bescheiden heeft onderzocht en in orde be vonden, weshalve zij adviseert haar goed te keuren. De VOORZITTER dankt de commissie voor het gehouden onderzoek en uitgebracht rapport en stelt voor, overeenkom stig de conclusie daarvan, de onderwerpelijke rekeningen goed te keuren. De heer MEIJVIS verzoekt beantwoording van zijn vragen met betrekking tot de stankverspreidende sloot achter het St. Ignatius-Ziekenhuis. De VOORZITTER zegt, dat de heer Me ij vis daarop een schriftelijk antwoord van Burgemeester en Wethouders heeft ontvangen de zaak is daarmede dus afgedaan. Ware het den heer M e ij v i s er om te doen geweest in den Raad antwoord op zijn vragen te bekomen, dan had hij die niet tot Burgemeester en Wethouders moeten richten. Alsnu sluit de VOORZITTER de vergadering. - - r, Daartoe wordt besloten. Dienovereenkomstig wordt besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 872