880 30 AUGUSTUS 1929. Tegenwoordig: de heeren P. G. GRUIJS, C. L. M. BRANTJES, P. A. KUIJLAARS, A. BROOS, TH. P. ELICH, A. H. C. VAN NOORT, J. N. KROONE, H. J. VAN OOSTERUM, G. P. P. ESBACH, A. SCHRAUWEN, A. A. J. M. LOONEN, W. L. A. VAN DE VEN, P. HAALMAN, J. M. MEIJVIS, Ir. W. VAN VEEN, H. J. VAN HOUTEN, L. G. VAN BEDAF, A. W. ZIJLMANS, F. F. X. CERUTTI, H. J. VAN DER VEN, J. J. VAN BUITENEN, F. RIPPEN, B. COHEN, J. C. VAN DEN BOOM en Mr. E. L. H. M. VAN MIERLO. Afwezig: de heeren N. J. H. VAN GROENENDAEL en H. J. MOLL. Voorzitterde heer Mr. Dr. W. G. A. VAN SONSBEECK, burgemeester. Secretaris: de heer A. J. VAN SON, loco-secretaris. De VOORZITTER opent de vergadering en deelt mede, dat van den heer Moll bericht is ingekomen, dat hij ver hinderd is deze vergadering bij te wonen. Vervolgens zegt Spr., dat de notulen van het verhandelde in de vergaderingen van 16 Mei en 13 Juni j.l., over eenkomstig het bepaalde in art. 8 van het reglement van orde voor den Gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toege zonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen. Dit niet het geval zijnde, worden voormelde notulen ongewijzigd goedgekeurd en vastgesteld. Alsnu stelt de VOORZITTER aan de orde

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 880