886 30 AUGUSTUS 1929. 13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot toe kenning van een vergoeding voor reiskosten aan den leeraar Ivart het Gymnasium C. J. J. van der Maas, luidende als Volgt „Aan het Gymnasium alhier is verbonden als leeraar de „heer C. J. J. van der Maas. Als zoodanig geeft hij 10 „lesuren per week en sedert 1 Januari j.l. bovendien 14 les- „uren aan-de R. H. B. S. te Schiedam. „Daar hij in laatstgenoemde plaats het grootst aantal les- „uren geeft woont hij aldaar en komt, voor het geven van „lessen, per trein naar hier. Hij is dan genoodzaakt geduren de drie achtereenvolgende dagen te dezer stede te blijven, .„■waardoor dan, behalve de reiskosten nog vrij hooge ver blijfkosten te zijnen las'e komen. „Met het oog daarop komt het ons bi lijk voor, genoemden „keraar met ingang van 1 Sep'ember a s. een toelage te geven „in den vorm van vergoeding der reiskosten tot een maximum „'van f 120, Dit bedrag is gebaseerd op de kosten eerier „eenmalige heen- en terugreis 3e klasse per week ad f 3, - „gedurende 40 weken. „Wij hebben de eer U voor te stellen, dienovereenkomstig „te besluiten. „De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, „hkromtrent gehoord, kan zich daarmede vereenigen." De heer BRANTJES is van meening, dat aan dit voorstel een verkeerd principe ten grondslag ligt. De heer Van der Maas is hier het eerst benoemd. Omdat hij nu in Schiedam het grootst aantal lesuren heeft, is hij dus voor zijn eigen gemak daar gaan wonen. Spr. vindt het derhalve absoluut onnoodig hem vergoeding van reiskosten te geven. De VOORZITTER vindt het zeer logisch, dat de heer Van der Maas gaat wonen, waar zijn gezin woont. Het feit, dat hij hier eerder is benoemd dan in Schiedam, doet volgens Spr. hier niets ter zake in Schiedam heeft hij de meeste

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 886