892
30 AUGUSTUS 1929.
„en het daarop uitgebrachte rapport van den directeur van
„Openbare Werken, waarmede wij ons vereenigen en waaraan
„wij niets hebben toe te voegen, hebben wij de eer U in over
weging te geven het uitbreidingsplan opnieuw vast te stellen
„en aan Gedeputeerde Staten wederom ter goedkeuring aan
„te bieden.
„De verordening, houdende bepalingen ter bescherming
„van d e belangen /an derden, waarvan aan het slot van den
„brief van Gedeputeerde Staten sprake is, werd reeds in een
„voorgaande vergadering door U vastgesteld."
De heer VAN VEEN merkt op, dat de Raad, vóórdat hij
het uitbreidingsplan opnieuw vaststelt, dient te weten hoe
Burgemeester en Wethouders namens den Raad zullen rea-
geeren op de door de Gezondheidscommissie gemaakte op
merkingen.
De VOORZI TTER zegt, dat verschillende van die opmer
kingen punten betreffen, waarover Burgemeester en Wethou
ders nog hun gedachten moeten laten gaan zij zullen den
Raad te zijner tijd voorstellen daaromtrent doen.
De heer VAN DER VEN zegt het volgendf
Mijnheer de Voorzit!#
Het is niet mijn bedoeling om nader tegen de vaststelling
van het uitbreidingsplan op te komen, maar toch zou ik hel
College van Burgemeester en Wethouders willen verzoeken,
in de toekomst rekening te willen houden met de bezwaren
en adviezen door de Gezondheidscommissie in deze naar vo
ren gebracht.
Ik kan me dan ook volkomen vereenigen met de bezwaren,
welke door genoemde commissie zijn genoemd, en wel op de
eerste plaats voor wat betreft de verplaatsing van het terrein
der gemeente-reiniging. Dit terrein ligt reeds in de naaste om
geving van een groot aantal woningen en zulks wordt in de