30 AUGUSTUS 1929.
893
toekomst nog erger, wanneer er ook weer het compiex van
die 120 woningen bijkomt, en door het aankoopen van
grond aldaar voor woningbouw bestemd.
Tevens is ook de stank bij triestig en regenachtig weer pn-
verdraagiijk, om nog niet te spreken van de last, die men in
deze omgeving ondervindt, als men met verbranding van
vuilnisafval bezig is.
Nu is nog wel niets bekend omtrent het rapport van de
ingestelde raadscommissie bij raadsbesluit van 10 October
1928, tot verplaatsing of anderzins van deze inrichting, maar
ik zou toch deze ingestelde commissie willen verzoeken met
de bezwaren en adviezen door de Gezondheidscommissie in
deze gegeven, rekening te willen houden.
Wat punt B van dit advies betreft, Mijnheer de Voorzitter,
dit wordt reeds voor een gedeelte opgelost, daar in beginsel
zal worden besloten tot het instellen van een badhuis aan de
Fellenoordstraat, maar met het zwembassin is zulks niet het
geval, want zeer terecht wordt opgemerkt, dat midden door
de huidige particuliere zweminrichting van den heer Van
Brink, waaraan thans ons kosteloos zwembassin is vast
gekoppeld, een groote breede weg is geprojecteerd, zoodat
in de toekomst deze bassins zullen moeten verdwijnen, wat
nu juist niet in het belang is van de volksgezondheid. En waar
dan heen
Wat in punt C van dit advies voorkomt, Mijnheer de Voor
zitter, betreffende de barakken voor lijders aan besmettelijke
ziekten kan ik me wel indenken, dat dit de volle aandacht van
het College heeft.
Onder letter E geeft de commissie in overweging, in het
bouwcomplex bij de Dijklaan een plantsoen te projecteeren,
wat volgens mijn meening ook zeer gewenscht zou zijn,
aangezien daaraan vermoedelijk verbonden zou kunnen wor
den een speelgelegenheid, zooals aan het Dr. Jan Ingen-
Houszplein, zulks in het belang van de jeugd, daar deze
toch al reeds zoo weinig speelgelegenheid heeft.
Ik kan me dan ook niet vereenigen met het rapport, vuitge-