898 30 AUGUSTUS 1929. „dit ontwerp-plan vereenigen, terwijl zij van ineening is, dat „een inrichting voor het nemen van schoolbaden aan de in stelling meet worden verbonden. „Hoewel het niet mogelijk is, in dit stadium een begrooting „te maken, kunnen om eenig inzicht in de kosten te geven „deze gesteld worden op f 50.000,- voor het badhuis alleen „en f 70.C00, indien daaraan een schoolbad verbonden „wordt. „Alvorens een definitief plan aan Uw oordeel te onderwer ken, wenschen wij omtrent omvang en plaats van de inrich ting Uw beslissing te vernemen en bij Uw instemming U te „verzoeken ons te machtigen tot het uitwerken van een vol ledig plan." De heer VAN DER VEN kan zich volkomen met dit voor stel vereenigen, alleen betreurt hij het, dat hier in beginsel moet worden besloten hij had gehoopt, dat Burgemeester en Wethouders zouden zijn gekomen met een definitief plan. De heer MEIJVIS beschouwt dit voorstel slechts als een stap in de goede richting andere gemeenten, o.a. Delft, zijn Breda op dit gebied zóó ver vooruit, dat men het niet als de algeheele oplossing van het badhuisvraagstuk kan beschou wen. Spr. hoopt dan ook, dat er eerlang ook in een ander stadsdeel een badhuis zal komen. Ook had Spr. liever gezien, dat er een zwembassin aan het op te richten badhuis verbon den werd, zooals in Delft, waar Spr. een prachtige bad- en zweminrichting heeit gezien, welke f 1(0.C00, heeft gekost, Maar aangezien zulks op deze plaats niet mogelijk is, kan Spr. voorloopig genoegen nemen met dit voorstel. Spr. acht het zeer gewenscht, dat aan het badhuis een in richting voor het nemen van schoolbaden verbonden wordt, en vraagt, of in deze op de medewerking van het onderwij zend personeel kan worden gerekend.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 898