30 AUGUSTUS 1929. 901 De heer VAN VEEN wenscht in de eerste plaats den heer Van Mierlo op te merken, dat deze met zijn betoog over de verhouding tusschen he aantal kuip- en stonbaden er ge heel naast is. Immers, Spr. heeft van die verhouding met geen woord gerept. Wel heeft hij gesproken over net totaal aantal baden en gezegd, dat cfit hem veel te weinig voorkwam. Bur gemeester en Wethouders verstrekken te dien aanzien zelfs niet de meest e'einentaire gegevens. Spr. zal daaromtrent zijn eigen gedachtengang inededee'en. Het ligt voor de hand, dat een groot deel der bezoekers van het badhuis, vooral zij, die in stoffige bedrijven werkzaam zijn, aan den Zaterdagmiddag de voorkeur zullen geven. A's. w.j dan den tijd an het druk' e bez ek s e len van m tot negen uur n.m., dus op 8 uur, en tivee baden per cel en per uur,'dan kunnen met 18 badcellen hoogstens 8 X 2 X 18 288 baden verstrekt worden. Dit nu is volgens Spr. veel te weinig, tenzij Burgemeester en Wethouders hem aan de hand van ge> gevens uit andere gemeenten van het tegendeel kunnen over tuigen. De heer MEIJVIS kan, na de verk'aring van den heer Van Mierlo, welke hierop neerkomt, dat dit badhuis eigenlijk voor de Fellenoordstraat en omgeving is bestemd, niet langer dralen met zijn volledigen steun aan het voorstel van Burge meester en Wethouders te verleenen. Spr. houdt evenwel vol, dat Breda op dit gebied ver ten achter is bij vele andere ge meenten van ongeveer ge'ijke grootte. Verder verzoekt Spr. Burgemeester en Wethouders, ia de volgende vergadering te komen met een uitgewerkt, definitief voorste'. De heer VAN MIERLO zou gaarne vaa den heer Van Veen vernemen, wat dan wel genoeg is. Het badhuis kan, indien noodig, langer geopend zijn dan 8 uur per dag, dus kunnen er ook veel meer baden dan 288 verstrekt worden. Spr. kan niet aan het verzoek van den heer M e ij v i s vol doen een uitgewerkt, definitief plan vereischt zóóveel dege-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 901