902 30 AUGUSTUS 1929. lijke studie en voorbereiding, dat dit niet vóór de volgende raadsvergadering gereed kan zijn. De heer VAN VEEN heeft met verbazing de uitnoodiging van den heer Van Mierlo gehoord, om met de noodige gegevens te komen. Spr. zou dat doen, als hij op den stoel van den Wethouder zat en derhalve de t ak had om den Raad in te lichten bij zulk een voorstel. Hij herhaalt, dat men geen half werk moet doen en de eco nomie der inrichting voor zoover daarvan sprake kan zijn niet in gevaar moet brengen. Nadat men met moeite één badhuis bevochten heeft, heeft Spr. nuk.met verwondering het algemeen geroep om meerdere badhuizen gehoord, zon der dat van da economie met een woord gerept wordt. De VOORZITTER zegt, dat het niet juist zou zijn, ineens een badhuis op te richten dat voor een gemeente van 44.000 zielen voldoende is men doet beter met de ontwikkeling van dit bescheiden badhuis eerst eens gade te s'aan. De ondervin ding, opgedaan met het kleine badhuisje van de afd. Breda der Nederl. Vereeniging voor volks- en schoolbaden, leidt er toe, voorloopig met het ontworpen badhuis ter plaatse te vol staan. Zonder verdere bedenkingen wordt daarop con form het voorstel van Burgemeester en Wethou ders besloten. 25. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot toe kenning van een crediet van f 8500, voor verharding en rioleering van de Nuijtsstraat. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking- hebbende, wordt dienovereenkomst'g besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 902