7 OCTOBER 1929. 941 De VOORZITTER acht het niet gewenscht, zich bij de inschrijvingen tot de Bredasche drukkers te beperken. De ge meente moet vrij zijn om buiten haar grenzen te kunnen laten drukken als de omstandigheden daartoe aanleiding geven. De heer HAALMAN zou den heer Van Buitenen wel eens willen vragen, waarom de Raad niet zou mogen terug komen op zijn besluiten, terwijl Burgemeester en Wethouders telkens terugkomen met voorstellen, die al eens door den Raad zijn afgewezen. Verder zegt Spr. niet te gelooven, dat de principieele opzet van dit adres is om het drukwerk der gemeente uitsluitend in Breda te houden dat het verzoek van dit standpunt uitgaat, komt omdat de Raad al eerder daartoe heeR besloten. Spr. handhaaft zijn den vorigen keer ingenomen standpunt en zal met het voorstel van den heer Moll meegaan. De heer CERUTTI verklaart een tegenstander van reacde te zijn. Inwilliging van dit verzoek nu zou reactie beteekenen, daarom is Spr. er tegen financieel nadeel voor de gemeente zou daarvan het gevolg zijn. De heer BROOS antwoordt den heer Van Houten, d:e in twijfel heeft getrokken, of Spr. we! een goed organisatie man is geweest, dat dit gerust navraag kan lijden bij de orga nisatie, waarbij hij is aangesloten. Het is hem er geenszins om te doen, afbreuk te doen aan de goede collectieve arbeids overeenkomst, welke in de typografie bestaatzijn bezwaar geldt alleen de groote verschillen, welke bij inschrijving tus- schen de cijfers van de leden van de federatie onderling blij ken te bestaan. Spr. acht zich daarom niet verantwoord, zijn stem aan het voorstel-M o 11 te geven. De heer MOLL zegt, dat, zoolang zich nog toestanden voordoen, waarbij personeel van ongeorganiseerde drukkers

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 941