952 7 OCTOBER 1929. tot huurverlaging alleen terugwerkende kracht wordt toege kend ten opzichte van degenen, die, op 1 Januari 1929 daar woonachtig, op het oogenblik nog in de woningen gehuisvest zijn dezen zijn inderdaad het meest gedupeerd. De heer VAN VEEN wijst er op, dat aanneming van het voorstel-M e ij v i s tot logisch gevolg zal hebben, dat de be dragen der huurverlaging moeten worden verminderd, het geen een nadeel beteekent voor de tegenwoordige bewoners. De heer MEIJVIS trekt daarop zijn voorstel in. 3 Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt daarop zonder hoofdelijke stemming aange nomen. 25. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot ver lenging van de ontruimingstermijnen van de onbewoonbaar verklaarde woningen aan de Nieuwehuizen nos. 27 en 29 en Vestkant nos. 99, 101 en 103 met 6 maanden. De heer VAN VEEN wil van de gelegenheid gebruik ma ken om er op aan te dringen, dat spoed worde gemaakt met den aanbouw van nieuwe woningen van lagen huurprijs, ten einde in de behoefte aan woonruimte voor de bewoners, die nu op een schopstoel zitten, te voorzien. Dit geldt ook voor de houten noodwoningen, welke zoo spoedig mogelijk ver vangen moeten worden wegens de welbekende gebreken. De heer VAN MlERLO deelt mede, dat het in het voorne men ligt een blok woningen voor sociaal-achterlijken te bou wen, en zegt toe, dat binnen afzienbaren tijd een voorstel daartoe aan den Raad zal worden gedaan. De heer MEIJVIS geeft Burgemeester en Wethouders in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 952