7 OCTOBER 1929.
955
De VOORZITTER beschrijft de situatie van het perceel en
zegt, dat het door de firma Walraven Zoon in koop
gevraagde deel vermoedelijk voor de uitoefening van haar
bedrijf bestemd is er zal daarop een pakhuis met bovenver
dieping worden gebouwd, zooals er al meerdere in die buurt
zijn.
De heer ZIJLMANS merkt op, dat het dan niet meer mo
gelijk zal zijn het oyerige deel van het perceel voor fabrieks
terrein te verkoopen. Een ander bezwaar is, dat er dan aan
de Zuidzijde van het perceel een driehoekig stuk terrein zal
overblijven, hetwelk zeer moeilijk verkoopbaar zal zijn. Spr.
zou daarom gaarne zien, dat de firma Walraven bedoeld
stuk erbij kocht.
De heer VAN MIF.RLO meent, dat bedoeld stuk terrein al
door de firma Van Hoeckel gekocht is.
De VOORZITTER betwijfelt, of het stuk in kwestie ver
kocht is.
De heer ZIJLMANS zou het dan de firma Walraven,
inclusief het door haar in koop gevraagde perceelsgedeelte,
willen aanbieden.
De VOORZITTER geeft in overweging, de verdere behan
deling van dit punt aan te houden opdat de zaak eerst onder
zocht kan worden.
Daartoe wordt besloten.
30. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot ophoo
ging van terreinen in den Belcrumpolder, luidende als volgt