956 7 OCTOBER 1929. „Hiermede hebben wij de eer U aan te bieden een plan tot „ophooging van terreinen in den Belcrumpolder. De met „meerdere aanvragers voor woningbouw gevoerde besprekin- „gen wijzen op een tekort aan opgehoogd bouwterrein. Bo vendien moet een gedeelte worden opgehoogd in verband „met den verkoop van grond langs den Terheijdenschen Weg „aan het Bisdom Breda. „In verband met den in de Bouwcommissie geuiten wensch „om na te gaan, of het aanbeveling verdient dit ophoogings- „plan in tweeën uit te voeren, deelen wij U mede, dat zulks „ons minder gewenscht voorkomt, gezien het tempo waar- „mede de bebouwing tot. heden plaats had, hetwelk zeker „door den bouw eener kerk niet zal verminderen. De kans op „een groot renteverlies tengevolge dezer ophooging komt „ons niet groot voor, terwijl, wanneer de ophooging in twee „gedeelten plaats vindt, men er zeker van kan zijn, dat zulks „duurder uitkomt. „Wij hebben mitsdien de eer U voor te stellen, te besluiten „ons een crediet te verleenen van f 123.200,hetwelk vol- „gens bijgaande begrooting noodig is ten einde de ophoo- „ging der terreinen, die op bijgaande kaart in geel zijn aan geduid en welke een oppervlakte hebben van pl.m. 6.8 H.A., „te kunnen doen plaats hebben." De heer MEIJVIS kan zich volkomen vereenigen met het voorstel tot algeheele ophooging. Spr. zou in geval het werk wordt aanbesteed er op willen aandringen, dat reke ning wordt gehouden met het voorschrift volgens hetwelk 70 "/o van het totaal aantal te werk gestelde arbeiders uit Bredasche werklieden moet bestaan. De heer VAN MIERLO antwoordt, dat bij alle aanbestedin gen rekening wordt gehouden met dit voorschrift. Wel wordt den eenen keer 70 en de andere maal 60 voorgeschreven, al naar gelang van den aard van het werk.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 956