7 OCTOBER 1929.
961
„zullen komen en ook daarna het laatste woord op dit gebied
„niet zal zijn gesproken.
„Wij achten thans het tijdstip gekomen, om een stap verdef
„te doen op het gebied van de gemeentelijke bemoeienis ten
„aanzien van de volkshuisvesting door niet alteen te volstaan
„met het bouwen van woningen en het zorgen voor geregelde
„huurbetaling, doch door aanstelling van een gemeentelijke
„woninginspectrice meer leiding te geven.
„De taak van een zoodanige ambtenares ware te denken
„als volgt
„1. het onderzoek van candidaat-huurders en het dienen
„van advies bij het toewijzen der woningen, waartoe
„zij o.a. des Woensdags de inschrijving van gegadig
den vcor een gemeentewoning meemaakt
„2. het toezicht op de huurinners om op eenvoudige
„wijze met de bewoners in contact te komen, kan het
„wellicht aanbeveling verdienen, dat zij wekelijks de
„huren in een of ander complex zelf ophaalt
„3. het toezicht op
,,a. het naleven van het huurreglement
„b. de wijze van bewoning
„4. invloed uitoefenen op het gezin ten einde te bevorde
ren verbetering of opheffing van eventueele mistoe
standen
„5. raadgevend op te treden voor de moreele, hygiënische
„en maatschappelijke belangen van het gezin of de
„gezinsleden, in verband met de huisvesting
„6. het opgeven van de door haar geconstateerde noodige
„of bij haar aangevraagde herstellingen
„7. het nemen van maatregelen en het doen van voor-
Stellen, welke zij noodig acht, vooral betreffende 2
„en 3.
„Wanneer wordt nagegaan hoe ten aanzien van bovenom
schreven punten gehandelt wordt, dan komt men tot onder-
Staand resultaat
