962 7 OCTOBER 1929. „ad 1. geschiedt in eerste instantie door een der liuurop- „halers, die hoe geschikt ook voor zijn functie, niet „de aangewezen persoon is om in al'e opzichten van „advies te kunnen dienen het gevolgde systeem „kon alleen daarom voldoen omdat er veel vraag „naar gemeentewoningen is en betrekkelijk weinig „aanbod dit laatste zal vermeerderen door de in „uitvoering zijnde en de aanhangige bouwplannen „ad 2. toezicht op de huurinners wordt thans uitgeoefend „door den adjunct-directeur, bij wien zij wekelijks „verslag komen uitbrengen „ad 3. aan dit toezicht kan betrekkelijk weinig gedaan wor- „den, daar hiervoor feitelijk geen personeel beschik- „baar is, alleen bij k'achten wordt een onderzoek „ingesteld „ad 4 om dezelfde redenen als ad 3 opgegeven komt bier en 5. „van momenteel weinig terecht, ook al omdat deze „punten eigenlijk liggen buiten den werkkring van „het aanwezige personeel „ad 6. thans worden alleen door de bewoners opgegeven „herstellingen verricht en is geen personeel beschik baar om na te gaan of de bewoners gebreken ver zwijgen, terwijl de noodzaak van de herstellingen „niet te voren is na te gaan wad 7. de bedoelde voorlichting ontbreekt thans. „Het zal Uwen raad duidelijk zijn, dat op het bovenom schreven gebied van de gemeentelijke volkshuisvesting nog „een en ander te doen valt en dat het gewenscht is, dat de „huidige toestand niet langer worde bestendigd. „De ontbrekende schakel wordt hier gevonden in een wo- „ninginspectrice, wier taak vrij omvattend is en welker werk kring een behoorlijke ontwikkeling en kennis van maatschap pelijke toestanden op dit gebied vereischt. Het komt ons dan „ook zeer wenschelijk voor zoo mogelijk de beschikking te „krijgen over een ambtenares, die een opleiding heeft genoten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 962