974 7 OCTOBER 1929. „Nadat ingevolge Uw besluit van den 29 Juli 1925 het tij delijk trambedrijf met ingang van 1 October d.a.v. werd „stopgezet, werden wij in Uwe vergadering van den 29 Sep tember 1925 gemachtigd tot den verkoop van het rollend „materieel, rails en andere roerende goederen van dat bedrijf. „De toen begonnen liquidatie heeft langer geduurd dan wij „op dat oogenblik konden vermoeden, zulks o.m. door de „vertraging in de afname der verkocht; rails. De laatste partij „werd in April j.l. afgenomen, waarmede de liquidatie als „geëindigd kon worden beschouwd, omdat daarna niets an- „ders dan de vaste goederen overbleven, welke met de con tanten de bezittingen van het geliquideerde bedrijf uitmaken. „Hiertegenover staan de schulden aan de gemeente wegens „geldleening en wegens kapitaalverstrekking, waarvoor geen „geldleening werd aangegaan. Een gedeelte der contanten ten „bedrage van f 42.293,55 werd reeds in de jaren 1925 en „1926 in de gemeenfekas gestort. „Een overzicht der bezittingen en schulden per 1 Septem- „ber 1929 voegen wij hierbij. Daaruit blijkt, dat op dat oogen- „blik de liquidatie sluit met een nadeelig saldo van „f 27.563,2172, welk bedrag uit de gewone middelen moet „worden gedekt, waarover hierna meer. „Met de aanwezige contanten ten bedrage van f 52.861,99, „welke, voor zoover zulks nog niet is geschied, gestort wor- „den in de gemeentekas, kan in de eerste plaats afgelost wor- „den de nog niet door leening gedekte schuld wegens kapi- „taalsverstrekking ad f 10.098,0072. Het restant ad „f 42.763,987a komt beschikbaar voor gedeeltelijke aflos sing van het op 1 Januari 1929 resteerende bedrag der lee- „ningsschuld, zijnde f 90.000, Dit kan geschieden door „eerstgemeld bedrag te gebruiken voor bestrijding van bui- „tengewone uitgaven, b.v. voor aankoop van onroerende goe deren, welke goederen dan met een correspondeerend (af gerond) gedeelte dier leeningsschuld (f 40.000,worden „belast. „De terreinen met opstallen, waarvan de boekwaarde

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 974