7 OCTOBER 1929.
975
!5 het tij-
i.v. werd
l 29 Sep-
:t rollend
it bedrijf.
1 dan wij
door de
tste partij
idatie als
niets an-
t de con-
litmaken.
e wegens
oor geen
anten ten
1925 en
Septem-
at oogen-
ildo van
len moet
52.851,99,
tort wor-
dost wor-
ens kapi-
tant ad
ke aflos-
f der lee-
ten door
van bui-
inde goe-
rend (af-
worden
ekwaarde
„f 19.672,80 bedraagt en welke verhuurd zijn, worden over
genomen en eveneens belast met een correspondeerend afge
rond gedeelte der leeningsschuld ten bedrage van f 20.000,-
„Na deze manipulaties resteert nog een gedeelte der lee-
„ningschuld ad f 30.000, waartegenover geen bezittingen
staan. Dit bedrag geeft afgerond aan, het verlies der liquida
tie, bedragende f 27.563,2178. Zooals hierboven reeds
„werd vermeld, moet dit verlies worden gedekt door extra-
aflossing van genoemde leeningsschuld uit de gewone mid
delen. Een gedeelte dier leening ad f 10.000,wordt afge
lost einde 1930. Daarmede is een gelijk deel van het verlies
„verdwenen. Met het oog op den korten termijn behoeft ten
„opzichte van dit deel der leening geen extra-aflossing plaats
„te hebben. Anders staat het met het resteerende deel ad
„f 20.000,—, dat eerst na 32 jaar zal zijn afgelost. Ten aanzien
„daarvan zal een bedrag, overeenkomende met het restant van
„het verlies, zijnde f 27.563,21Va f 10.000,is
„f 17.563,217» van den gewonen dienst naar den buitenge-
„wonen dienst moeten worden overgebracht. Dit bedrag kan
„daarna productief worden gemaakt, o.a. door het te bestem-
„men ter bestrijding der kos'en van aankoop van onroerende
„goederen, welke dan met gemelde leeningsschuld ad
„f 20.000,worden belast en waardoor het geheele verlies
„van het voormalig trambedrijf uit de gemeente-rekening is
„verdwenen.
„Resumeerende, hebben wij de eer U voor te stellen te be
sluiten als hierboven is uiteengezet, met vaststelling van bij
gaand ontwerp-besluit tot wijziging der gemeente-begrooting
„1929, waarin de bovenomschreven maatregelen zijn uitge-
„werkt.
„Als datum van afwikkeling kan worden aangenomen 1
„September 1929."
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking
hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten.
