980 7 OCTOBER 1929.
-»!' 1
arbeidersbuurt, om aansluiting van hun woningen aan het
eleetriciteitsnet, steeds wordt afgewimpeld. Spr. heeft inder
tijd beweerd, dat er te dien opzichte werd gemeten met twee
maten hij vindt zich nu door de feiten in het gelijk gesteld.
De VOORZITTER vindt, dat er niet de minste reden is om
critiek uit te oefenen op de handelwijze der directie.
El iermede is de be preking van deze aangelegen-
lieid geëindigd.
2. De VOORZITTER doet meiedeeling van een ingeko
men voorstel van den heer Gruijs c.s., om i.i verband met
het alastrim-ge/aar de kermis uit te stellen tot een nader vast
te stellen datum. Spr. deelt mede, dat deze kwestie reeds
vóórdien onderzocht is in overleg met de Gezondheidscom
missie en den Geneeskundigen Dienst. Aangezien men eklers
elders in het voorkomen van alastrim in enkele gemeenten in
ons land geen aanleiding heeft kunnen vinden om dergelijke
menschen-opeenhoopingen tegen te gaan, hebben Burgemees
ter en Wethouders ook hier geen termen aanwezig geacht
om den Raad in overweging te geven de kermis voorloopig
uit te stellen. Spr. wijst in dit verband op de herhalingsoefe
ningen en op de 3-Octoberl'eesten te Leiden. Wel hebben
Burgemeester en Wethouders de kermis-exploitanten te ken
nen gegeven, dat zij het met het oog op het gevaar, dat deze
ziekte naar hier wordt overgebracht, zeer gewenscht achten,
dat alle exploitanten met hun huisgezin en personeel, welke
de Bredasche kermis zullen bezoeken, zich zoo spoedig mo
gelijk, dus zoo lang mogelijk vóór hun komst, zullen laten
inenten of herinenten.
De heer GRUIJS betwijfelt, of die maatregel wel voldoen
de is. Er zullen namelijk nog tal van lieden van elders komen,
die geen kermisexploitant zijn en waaronder zich kiemdragers