9
16 JANUARI 1929.
voor mannen boven 18 jaren 2779 bedroegen, tegenover
3484 in 1927. Daarbij namen de plaatsingen toe en wel
voor genoemde meest belangrijke categorie van 737 in 1927
tot 822 in het afgeloopen jaar. Werd verleden jaar reeds
gewezen op het feit, dat de Arbeidsbeurs slechts met moeite
kon voldoen aan aanvragen van de metaalnijverheid, deze
klacht moet herhaald; nog in de vorige maand werden 11
vaklieden uit Duitschland door bemiddeling van onze beurs
geplaatst en thans zijn een 20-tal noodig, dat vermoedelijk
ook niet onder onze aanmeldingen zal zijn te vinden. Uit
het vorenstaande spreekt ongetwijfeld toenemende opgewekt
heid van het bedrijfsleven. Niet genoeg kan worden aan
gedrongen op de ontwikkeling van vakkennis en met vol
doening constateeren wij, dat de muren van onze Ambachts
school, waar het leerlingenaantal weer toenam, om uitzetting
roepen. Ook in ander opzicht nam het onderwijs toeeen
tweetal nieuwe scholen werden, overeenkomstig de wet,
gesteund, in den loop van het jaar geopend, en 1929 zal,
dank zij niet wettelijk verplichten steun van gemeentewege,
een jongensschool voor buitengewoon lager onderwijs zien
totstandkomen.
In aansluiting aan hetgeen ik omtrent ongewektheid in
het bedrijfsleven meende te mogen opmerken, verdient wel
licht een enkel cijfer van de onze havens en wateren be
zoekende schepen vermelding. Het jaar 1928 was ten deze
zeer gunstig. Waren 1926 en 1927 vrijwel gelijk met een
aantal van ongeveer 4300, voor 1928 was het getal 5636,
een merkwaardige toeneming eveneens wat tonnenmaat
betreft, ook al houdt men er mede rekening, dat een groot
aantal schepen de bestemming hadden zand aan te voeren
voor ophooging van terreinen.
Omtrent de Veemarkt behoeft men niet pessimistisch te
zijn ook al wenscht men een vershelden opgang. Verblijdend
was, dat, terwijl de aanvoer van hoornvee vrijwel gelijk
bleef, de varkens in 1928 met 40% zijn toegenomen.
Ten slotte zij vermeld een maatregel, in 1928 tot stand