5 FEBRUARI 1930.
107
te midden van uitgestrekte arbeiderswijken heeft zijn
volle instemming.
De heer VAN VEEN zegt, dat hij, evenals de heer Zijl
mans, gaarne voor dit voorstel zal stemmen. Ook hij wil
daaraan toevoegen, dat dit plan weloverwogen en goed toe
gelicht is, hetgeen het oordeel van de raadsleden zeer heeft
vergemakkelijkt.
Spr. zou er de voorkeur aan hebben gegeven, dat het
badhuis was geplaatst geworden op het terrein der Gemeente
werken aan de Karnemelkstraat, waartoe destijds een voor
stel door hem aan den Raad is gedaan. Dit neemt evenwel
niet weg, dat hij in het belang van een spoedige totstand1-
koming dezer nuttige instelling, waarop hij reeds zoovele
jaren heeft aangedrongen, van harte voor dit voorstel zal
stemmen.
Spr. komt op tegen het gezegde van den heer Cohen,
alsof deze badinrichting uitsluitend voor den werkmansstand
bestemd zou zijn. Er is daar plaats voor iedereen.
Ook de heer BROOS toont zich zeer ingenomen met dit
plan, hetwelk door de Bouwcommissie met algemeene in
stemming werd begroet. Spr. verzoekt, spoedig uitvoering
daaraan te geven.
De heer VAN MIERLO zegt, dat het wel een zeldzaamheid
zal zijn, dat een zoo belangrijk voorstel, hetwelk zooveel
pennen in beweging heeft gebracht, zonder eenige critiek
i door den Raad wordt aangenomen. Spr. acht het hier de
plaats om er den nadruk op te leggen, dat dit badhuis niet
alleen is bestemd voor een zeker deel van de bevolking,
maar voor de geheele burgerijopzet en inrichting zullen
van dien aard zijn, dat geen enkel Bredanaar zich behoeft
te geneeren om er heen te gaan.
Ten slotte constateert Spr. met genoegen, dat de heer