108 5 FEBRUARI 1930. Van Veen, wiens standpunt met betrekking tot de plaats van het badhuis niet goed houdbaar was, thans is bekeerd. De heer VAN VEEN merkt op, dat er voor den heer Van Mierlo geen reden is om zijn woorden aan critiek te onder werpen; hij heeft zeer welwillend over het voorgestelde plan gesproken. De VOORZITTER onderstreept gaarne de woorden van den heer Van Mierlo, dat dit badhuis niet alleen is voor den arbeider of den door Davids bezongen „kleinen man". Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt daarop zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 13. Rapport van de Salariscommissie, betreffende de her groepeering van enkele ambtenaren, met prae-advies van Burgemeester en Wethouders, luidende als volgt: „Naar aanleiding van het onder dagteekening van 2 Juni „1929 tot U gerichte rapport der Salariscommissie, hebben „wij de eer U het volgende mede te deelen: „Dit rapport, een aanvulling van dat behandeld in Uwe „vergadering van 14 Februari 1929, bespreekt enkele „functies die destijds buiten nadere beschouwing waren ge bleven en concludeert tot de navolgende wijzigingen in de „salarisregeling, opgenomen in Gemeenteblad no. 303: „1. over te brengen van groep I naar groep II „bode bij „het Burgerlijk Armbestuur"; „2. over te brengen van groep IX naar groep X „inspec teur bouw- en woningtoezicht"; „3. in te stellen onder groep X de functie „hoofdambte naar distributie electriciteit" „4. over te brengen van groep X naar groep XI „'direc teur der beplantingen". „Met het sub 1. bedoelde voorstel kunnen wij ons vereeni-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 108