5 FEBRUARI 1930. Ill „laatstgenoemde thans op voorstel van Burgemeester en Wet houders en niet op voorstel der Salariscommissie gerang schikt is in groep XI, moet eerstgenoemde h.i. naar de selfde groep worden overgebracht. „Deze argumentatie is naar onze meening niet juist. De „directeur der gemeente-reiniging is terecht in een hoogere „groep gerangschikt dan zijn collega bij de beplantingen. „Grootere omvang, meer ingewikkelde organisatie van den „dienst en daardoor zwaardere verantwoorde ijkhe d, behocren „in een hooger salaris van den directeur tot uiting te komen. „Het personeel der gemeente-reiniging bestaat, buiten de „ambtenaren, uit ruim 60 personen. De directeur der be plantingen heeft een 15-tal arbeiders onder zich. Dat beide „functies geldelijk gelijk werden gewaardeerd, is formeel „juist, voor zoover betreft de in 1920 tot stand gekomen „verordening tot regeling der ambtenaren-salarissen, waarbij „die functies in dezelfde groep (IX) zijn ondergebracht. „Evenwel is op verzoek van de Commissie voor de gemeente- „reiniging, die in een schrijven aan ons College van 16 „April 1921 er de aandacht op vestigde, „dat de functie van „directeur der gemeente-reiniging door bijzondere omstan digheden in een te lage groep was ingedeeld", aan de ver zuiling dier functie het maximum-salaris van f 3700, „verbonden. De directeur der beplantingen genoot vanaf „zijne indiensttreding op 1 Augustus 1922 het minimum- „salaris van f 3200,met de gewone periodieke verhoo- jighrgen, waaruit volgt, dat de directeursfunctie bij de reini- „ging ook voorheen feitelijk reeds hooger werd bezoldigd „dan die bij de beplantingen. Daarbij komt dat de aftrek „wegens het genot van ambtswoning ten bedrage der -huur- „waarde, welke op het salaris van beide functionarissen „wordt toegepast, bij den directeur der beplantingen minder „zwaar drukt dan bij den directeur der reiniging. In tegen stelling met de Commissie zijn wij daarom van oordeel, „dat de groepeering der voormelde functies bij de laatst „aangebrachte wijziging geheel juist is en in overeenstem-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 111