118 5 FEBRUARI 1930. 5. Directeur der Beplantingen. De heer CERUTTI verklaart, dat de Salariscommissie haar voorstel betreffende de functie van „directeur der Beplan- tingen" handhaaft; zij acht die functie gelijkwaardig aan die van „directeur der Reiniging". De heer BROOS zegt het volgende: Mijnheer de Voorzitter. In het advies van de Salariscommissie lees ik o.m.: „Daar de directeur der Reiniging door den Raad is ondergebracht in Groep XI (salarisgrenzen f 4100 f 4700) moet om ge melde reden o.i. de directeur der Beplantingen in dezelfde groep gerangschikt worden". Daar het m.i. niet zoo moeilijk is, uit een oogpunt van behoefte zich een denkbeeld te vormen hoeveel loon iemand in verband met de samenstelling van zijn gezin noodig heeft, maar wèl uit een oogpunt van dienstprestaties, zullen er niet vee! raadsleden zijn, die over de juiste kennis en inzicht beschikken om te kunnen bepalen, hoe groot de salarissen en loonen van alle functionarissen in gemeentedienst zouden behooren te zijn. Daarom heb ik door middel van de bijlagen van het salarisrapport, betreffende de wedden in 18 andere gemeenten van ongeveer gelijk karakter als de onze, destijds een vergelijking gemaakt met betrekking tot de salarissen van de negen directeuren der gemeente-reiniging buiten Breda, die, na aftrek van eventueele pensioensbijdragen, een gemid deld salaris bleken te hebben van f 4776,—, zoodat de Raad destijds op voordracht van Burgemeester en Wethouders den betrokken functionaris van den Reinigingsdienst alhier m.i. 1 juist heeft gegroepeerd. Wat n-u den directeur der Beplantingen betreft, in die 18 plaatsen komen maar 4 functionarissen voor met den titel .van directeur der Beplantingen, en één met dien van plan- tagemeester, namelijk te Nijmegen, terwijl die te Alkmaar en te Enschedé tevens directeur van de begraafplaats zijn

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 118