5 FEBRUARI 1930. 120 van de wedde van laatstgenoemden functionaris f 325,per jaar wordt afgetrokken voor genot van ambtswoning, terwijl den directeur der Beplantingen daarvoor slechts f 175, 'sjaars wordt gekort. Mocht het salaris van den directeur der Beplantingen worden verhoogd, dan zouden Burgemeester en Wethouders billijkheidshalve in elk geval het bedrag van den huuraftrek moeten herzien. De VOORZITTER zegt, dat men moeilijk aan eenmaal verkregen rechten kan gaan tornen. De heer CERUTTl is wel voor behoud van eenmaal ver kregen rechten, maar als zij een beletsel vormen voor salaris verbetering, dan kan men ze beter herzien. De VOORZITTER zegt, dat men de verordening op dit punt niet ineens kan gaan veranderen, daar art. 4 der alge- meene bepalingen, behoorende bij de salaris-regeling voor de ambtenaren, bepaalt, dat het salaris van ambtenaren, die in het genot van vrije woning worden gesteld en ingedeeld zijn of worden in de negende of in een hoogere groep, ver minderd wordt met een bedrag, gelijk aan de geschatte huur waarde der woning voor de personeele belasting over hel dienstjaar, waarin het genot aanvangt. De heer VAN DE VEN merkt op, dat de woning smdsdien aanmerkelijk is uitgebreid en verbeterd. Spr. ziet in een herziening van het bedrag van den huuraftrek geen schending van eenmaal verkregen rechten. De VOORZITTER zegt, dat het een te moeilijke kwestie is om deze thans ineens uit te maken. Bij wijziging van de huurwaarde houdt men nog een onjuiste verhouding, wan neer men den directeur der Beplantingen met dien van de Reiniging gelijkstelt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 120