5 FEBRUARI 193Ö. 123 een algemeene herziening van de salarisregeling der ambte naren, luidende als volgt: „In verband met bijgaand adres van de groep gemeente- „ambtenaren der Algemeene R. K- Ambtenarenvereeniging, „afaeeling Breda, hebben wij de eer op te merken, dat er „o.i. in overeenstemming met het oordeel der Salariscommis- „sie, geen reden is over te gaan tot een algeheele herziening „der salarissen van de ambtenaren in dienst der gemeente. „De redenen, die ons tot deze opvatting leiden, zijn genoeg zaam uiteengezet in de raadsvergadering van 14 Februari „j.l. waarin gedeeltelijke salarisherziening en versnelling van „het tempo der periodieke verhoogingen aan de orde zijn „geweest, zoodat daarop nu niet behoeft te worden terug gekomen. „Wij vinden geen redenen tot invoering eener salarisschaal „naar dienstindeeling ter vervanging van de bestaande groeps- „indeeling. Afgezien van het feit, dat het in dit geval een „kwestie van vorm is, hoe de salarisschaal wordt ingericht, „lijkt ons de bestaande groepsindeeling overzichtelijker dan „vielke andere ook; ze leent zich beter voor vergelijkingen „en is gemakkelijker hanteerbaar. Bovendien is er zeer ge makkelijk een salarisschaal met dienstindeeling uit op te „maken. Wij merken op, dat destijds na grondige voorbe reiding door den Raad tot het bestaande stelsel van groeps indeeling is besloten. „Voorts wordt verzocht voor alle ambtenaren gelijke kin- „dertoeslagregeling in te voeren, waarbij gedoeld wordt op „de regeling bij den Warenkeuringsdienst, waar kinderen tot „15 jaar in aanmerking worden gebracht (voor de overigen „tot 18 jarigen leeftijd). Bij de opstelling van de salaris- regeling voor de ambtenaren bij den Warenkeuringsdienst, „waarbij overigens rnet zeggingschap van het Rfjk rekening „moet worden gehouden, is verband gelegd tusschen naar „verhouding hooger peil der salarissen met vele, ruime „periodieke verhoogingen en den beperkten kindertoeslag. „Het eene is niet los te maken van het andere, zoodat wij.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 123