124 5 FEBRUARI 1930. „den Raad niet kunnen aanraden gedeeltelijke wijzigingen Spr. „in den opzet aan te brengen. of 2 „Wij hebben de eer U derhalve voor te stellen op het te v „verzoek afwijzend te beschikken." bij De VOORZITTER merkt op, dat het eerste punt van het E verzoek (algemeene herziening der salarissen) al in de ver- sala gadering van 14 Februari 1929 is besproken en toen van de amt baan is geschoven, zoodat dit punt buiten beschouwing kan ovei blijven. gro< is n De heer BRANTJES wil over het 2e en 3e punt van het verzoek het een en ander zeggen. Spr. geeft in overweging, de kwestie omtrent de invoering eener salarisschaal naar dienstindeeling ter vervanging van de bestaande groepsin- deeling, aanhangig te maken bij de Commissie voor het ge organiseerd overleg. Ten opzichte van de kindertoeslagregeling bij den Waren- keuringsdienst is Spr. het niet eens met het prae-advies van Burgemeester en Wethouders. Hij kan niet inzien, dat invoe ring bij den Warenkeuringsdienst van dezelfde kindertoe slagregeling, welke thans voor alle andere takken van dienst geldt, bezwaar zou opleveren. Spr. stelt derhalve voor, daar toe te besluiten. De VOORZ1 l'TER zegt, naar aanleiding van het 2e punt van het verzoek, dat, als daarbij geen andere bedoeling voorzit, Burgemeester en Wethouders wel zoo'n lijstje willen laten maken. Spr. gelooft evenwel, dat de bedoeling van het ver- zoek niet zoo onschuldig is; men wil op een bedekte manier tot algemeene salarisherziening komen. Als dit inderdaad zoo is, dan behoort de Raad consequent te blijven en het verzoek af te wijzen. Wat het 3e punt betreft; de Warenkeuringsdienst heeft een I eigen salarisregeling, welke geldt voor het geheele district. de a c,ori E VOO hier doe E Br VOO gev is. wel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 124