5 FEBRÜARI 1936. 126 De heer VAN DE VEN deelt als gewezen voorzitter van de commissie voor het georganiseerd overleg mede, dat dit punt reeds in die commissie is besproken. Brengt men het er nu wederom in, dan kan men hetzelfde resultaat ver wachten, tenzij het georganiseerd overleg gewijzigd wordt in den zin als door uen neer Van Houten hier al meer malen is aanbevolen. De heer SCHRAUWEN wil de beslissing over dit punt aanhouden tot de voorstellen van den heer Van Houten in zake het georganiseerd overleg hier behandeld zijn. De VOORZITTER vraagt, of het voorstel van den heer Brantjes voldoende ondersteund wordt. Dit niet het geval zijnde, kan het geen onder werp van verdere behandeling uitmaken. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt daarop zonder hoofdelijke stemming aange nomen. De VOORZI TTER verklaart, aan de Gedeputeerde Staten te zulien vragen, of zij bereid zijn, de kindertoeslagregeling voor het personeel bij den Warenkeuringsdienst te wijzigen in den zin als in het adres wordt bedoeld. Vervolgens stelt Spr. voor, de behandeling van de punten 15- en 16 der agenda met het oog op het reeds gevorderde uur aan te houden tot een volgende vergadering. Daartoe wordt besloten. 17. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot toe kenning van het vereischte crediet voor den bouw van 157 arbeiderswoningen aan het Westeinde, luidende als volgt:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 126