5 FEBRUARI 1930. 127 „Bij de behandeling van de begrooting van het dienstjaar „1930 werd in uitzicht gesteld, dat binnen korten tijd den „Raad plannen zouden bereiken voor het bouwen van een „aantal woningen van lagere huurwaarde ten einde de nood woningen en onbewoonbaar verklaarde woningen zooveel „mogelijk te kunnen vervangen. „Ingevolge de alstoen gedane mededeeling leggen wij U „hierbij over een plan voor den bouw van 157 woningen „aan het Westeinde op het in den loop van 1929 van den „heer Laurijssen aangekochte perceel grond. Bijgaande „blauwdruk geeft de situatie, alsmede de gedachte indeeling „van terrein weer. Het kwam ons juist voor om 352 M2, „grond, gelegen aan den Bredaschen weg niet in het plan „te betrekken en dit voor andere doeleinden beschikbaar te „houden. Op bijgaande nota van toelichting treffe men eenige „gegevens aan, welke verband houden met dit plan, waaraan „wij echter nog een en ander wenschen toe te voegen. Bij de „behandeling in de Bouwcommissie kwamen naar aanleiding „van het ingediende plan, enkele wenschen naar voren. „Deze wenschen waren voornamelijk: le pannen daken, „2e \WC. achter het huis aangebouwd, 3e steenen bergplaats. „Hoewel deze wenschen op zich beschouwd volkomen be- „grijpelijk zijn, meent ons College deze toch te moeten ont laden, daar n,a nauwkeurige berekening is gebleken, dat de „woningen dan veel te duur zouden worden en niet meer „zou worden beantwoord aan het doel dat gesteld werd bij „dit plan, n.l. een goedkoope woning te stichten, die voldoet „aan redelijke eischen, voor hen, die om verschillende redenen „niet in aanmerking kunnen komen voor andere arbeiders woningen. Werd aan de kenbaar gemaakte wenschen tege- „nioet gekomen, dan zou, volgens de berekening, de huur „per week met pl.m. f 0,35 moeten worden verhoogd, het- „geen voor dit soort woningen niet verdedigbaar is. „Rekening houdende met bovengenoemde wenschen leggen „wij U een gewijzigd plan voor met een ietwat andere in- „deeling der woningen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 127