168 18 MAART 1930. „vember, werd door ons College medegedeeld, dat dit voor stel voorloopig werd teruggenomen. „Inmiddels hebben wij de regeling van het hiervoor be doelde minimum nog eens nader bekeken. Wij zijn van meening, dat het voorschrift van een minimum verbruik „noodzakelijk is. Dit minimum stroomverbruik kan worden „uitgedrukt in een bedrag aan geld, doch ook in een aantal „K- W U. Ons College wenscht het oorspronkelijk ingediend „voorstel te wijzigen in dien zin, dat een minimum-verbruik „van 44 K- W. U. per kalenderjaar wordt voorgeschreven. „Mocht in een kalenderjaar dit minimum niet bereikt worden, „dan zal kunnen nagevorderd worden voor elk K- W. U. dat '„minder is gebruikt, een bedrag van 12 cent. „Om het hiervoor gestelde doel te bereiken, wordt der halve voorgesteld in de desbetreffende verordening (Ge meenteblad no. 297) op te nemen een nieuw artikel 21a, „luidende als volgt: „Elk verbruiker is verplicht per kalenderjaar minstens 44 „K- W. U. af te nemen. Voor elk K. W. U. dat minder wordt „wordt afgenomen, is 12 cent verschuldigd. „De betrokken commissie van bijstand uit den Raad, kan „zich met dit voorstel vereenigen." Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 29. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het aangaan eener overeenkomst met het bestuur der Stichting „Moederheil" te Ginneken, luidende als volgt: „Wij hebben de eer U hierbij ter goedkeuring aan te bieden „een ontwerp-overeenkomst betreffende de opneming van „on- en minvermogende gynaecologische zieken en kraam vrouwen in de Stichting „Moederheil" te Ginneken. ,^0° Gemeente heeft met deze stichting op 12 Mei 1926 „een overeenkomst aangegaan betreffende de opneming van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 168