18 MAART 1930.
169
„on- en minvermogende kraamvrouwen. Aan de stichting is
„thans verbonden een specialist-gynaecoloog. Wij achten het
„in het belang der gynaecologische patiënten, die geheel of
„gedeeltelijk voor rekening dezer gemeente geneeskundige
„hulp noodig hebben, dat zij voor behandeling door dezen
„specialist in de stichting „Moederheil" worden opgenomen.
„Voor dit doel hebben wij een overeenkomst ontworpen,
„waarin tevens de bestaande overeenkomst betreffende de
„opneming van kraamvrouwen is opgenomen. De stichting
„„Moederheil" heeft medegedeeld, dat zij zich met deze ont-
„werp-overeenkomst vereenigt.
„Wij hebben derhalve de eer U voor te stellen aan de liier-
„bij gevoegde ontwerp-overeenkomst Uwe goedkeuring te
„willen verleenen."
De heer ZIJLMANS zegt het volgende:
In het voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het
aangaan eener overeenkomst met het bestuur der Stichting
„Moederheil" te Ginneken, lees ik het volgende:
„Wij achten het in het belang der gynaecologische patien
cen, die geheel of gedeeltelijk hulp noodig hebben, dat zij
„voor behandeling door den aan „Moederheil" verbonden
„specialist-gynaecoloog in de Stichting „Moederheil" worden
„opgenomen."
Hieruit blijkt de bedoeling om zulke patiënten voortaan,
niet meer in het St. Ignatius-ziekenhuis en in het Diacones-
senhuis op te nemen en ik vind dit grootelijks onjuist om de
volgende redenen:
le. Die inrichtingen zijn uitstekend geoutilleerd en (zij
beschikken niet over één, maar zelfs over vier bekwame gynae
cologen, te weten de doktoren B ij n e n, l< a r t h a u s,
Cartier van D.issel en Van Hilten, zoodat de doel
matigheid vraagt om bij die inrichtingen te blijven.
2e. De patiënten hebben dus in het R. K- Ziekenhuis en
het Diaconessenhuis zooal niet vrije, dan toch eene ruime
artsenkeuze, waarop ik bepaald moet aandringen.