180 18 MAART 1930. dat de teekening der kistdammen ter goedkeuring aan de directie moet worden aangeboden. Met deze inmenging en dit medezeggenschap heeft de gemeente de mede-verant woordelijkheid aanvaard voor een onderdeel van het werk, dat het grootste risico opleverde, en op dien grond is zij door de Commissie van Advies tot betalen veroordeeld. Die commissie tracht aan den anderen kant de directie w.el schoon te praten, door te zeggen, dat dit medezeggenschap noodig of gewenscht was, maar het is en blijft een domheid om zich contractueel te mengen in de hulpmiddelen van uitvoering, die des aannemers zijn, en ik hoop, dat Burge meester en Wethouders er den dienst van Openbare Werken op zullen wijzen, dat bij het ontwerpen der besteksbepalingen hiermede voortaan wordt rekening gehouden door zich ten aanzien van de hulpmiddelen van uitvoering voortaan te onthouden van voorschriften, die verder gaan dan de officiëele en beproefde Rijks Algemeene Voorschriften, welke als regel op het werk toepasselijk worden verklaard. De heer VAN MIERLO vindt het toch wel wat eigenaardig, dat, wanneer men de stukken objectief leest, men tot de con clusie komt, dat de schuld in deze bij den dienst van Open bare Werken ligt. Immers, in het bestek staat, dat de dam- wand voor risico van den aannemer is. Wat nu betreft de be- teekenis van de minimum eischen door de Directie van Open bare Werken daaraan gesteld; dit wil niet zeggen, dat die Directie daarmede alle verantwoordelijkheid voor de con structie op zich neemt. De Directie van Openbare Werken krijgt eerst medeverantwoordelijkheid, wanneer op haar vor dering de aannemer veranderingen in de constructie moet maken. Spr. vindt deze uitspraak veeleer een bewijs van den aliererbarmelijksten stand van de rechtspraak der arbiters. Er is evenwel niets meer tegen te doen; de termijn is ver- loopen. De heer VAN VEEN zegt, dat het hem spijt, dat den Wet-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 180