18 MAART 1930. 183 In afwijking van vroeger worden nu inderdaad carillon concerten gegeven en deze zullen dus met f 15,per con cert worden gehonoreerd. Dit is naar mijn gevoelen te weinig, omdat die concerten veel voorbereiding en studie vragen. Wij hebben in ons nieuwe carillon een zeer waardevol in strument gekregen, waaraan de klokkenist onwillekeurig zeer veel van zijn aandacht en tijd zal besteden en, ook aldus beschouwd, lijkt mij de voorgestelde honoreering te laag. Ik zou daarom gaarne vernemen, hoe Burgemeester en Wethouders de bezoldiging van f 850,motiveeren. De VOORZITTER deelt mede, dat Burgemeester en Wet houders inlichtingen hebben ingewonnen omtrent de wedden van klokkenisten in een zevental andere gemeenten. Daaruit is hun gebleken, dat die wedden varieeren van 500 tot 1200 gulden. Zij hebben toen gemeend dit voorstel te moeten doen Wanneer de heer Van Veen het voorgestelde be drag niet voldoende vindt, dan moet hij een ander voorstel indienen. De heer VAN VEEN zegt, dat de carillon-concerten een genot zijn voor iedereen en dat dit genot zooveel mogelijk moet worden geboden. Spr. heeft den indruk, dat de heer Maassen ons het beste kan en zal geven en dat daarmede wel een derde ge deelte van diens tijd zal worden in beslag genomen. Een be zoldiging van f 1000,zou zijns inziens in dit verband geenszins overdreven zijn. Spr. doet daartoe het voorstel. Het voorstel van den heer Van Veen wordt daarop in stemming gebracht en aangenomen met 19 tegen 3 stemmen. Voor de heeren Van de Ven, Schrauwen, Moll, Van Oosterum, Van Veen, Van Bedaf, Van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 183