186
18 MAART 1930.
Spr. sluit zich aan bij hetgeen de heer Loonen heeft
gezegd, maar hij kan de noodzakelijkheid van een noodbrug
tegenover de Nieuwe Dieststraat niet inzien.
De lieei HAALMAN brengt in herinnering, dat dit ge
deelte van den Nijverheidssingel vroeger al eens eenige jaren
afgesloten is geweest, namelijk gedurende den ombouw van
de Gasfabriek. Het gaf indertijd een heele opluchting toen
die afsluiting werd opgeheven. De thans voorgestelde af
sluiting zou echter een blijvende verkeersbelemmering wor
den. Spr. meent dit ernstig te moeten ontraden. Nu blijkt,
volgens Spr., hoe onverstandig men heeft gedaan door vóór
eenige jaren een gedeelte van het terrein, behoorende bij
de Gasfabriek, te verkoopen. Spr. heeft trouwens al bij de
plannen tot ombouw van de Gasfabriek op het gebrek aan
opslagruimte gewezen. Als nu de Nijverheidssingel tenge
volge van den ombouw afgesloten wordt, zou men dien
moeten gaan betreuren. Spr. geeft dan ook in overweging,
een andere oplossing te zoeken.
De heer VAN HOUTEN is het vrijwel eens met de be
zwaren, welke door de vorige sprekers te berde gebracht zijn.
Ook hij acht afsluiting van den Nijverheidssingel met het
oog op het verkeer en de aesthetica hoogst ongewenscht.
Wat de door den heer Loonen bedoelde brug over
den Tramsingel betreft; het komt hem voor, dat een defini
tieve brug ter hoogte van de Lunetstraat beter op haar plaats
zou zijn dan een noodbrug tegenover de Nieuwe Dieststraat.
Ten slotte verklaart Spr., dat, als Burgemeester en Wet
houders niet komen met overtuigende bewijzen om de nood
zakelijkheid van de door hen voorgestane afsluiting van den
Nijverheidssingel te staven, hij en zijn fractiegenooten tegen
dit voorstel zullen stemmen.
De heer VAN DER VEN is het met den heer Van Hou-