188 18 MAART 1930. zooveel noodig maskeeren en een het oog bevredigende oplossing verkrijgen. Ook het verkeersbezwaar kan Spr. niet heelemaal deelen; alleen degenen, die verbonden zijn aan de industrieën, welke aan den Nijverheidssingel zijn gelegen, en de bewoners van dien singel zullen een kleinen omweg moeten maken, welke evenwel nog geen 200 M. bedraagt. Het verkeer, dat komt van de kant van de liaagbrug kan achter den tuin van de Paterskerk om de Middellaan inslaan, een mooie breede verkeersweg en geen omweg. Bovendien moet men wel bedenken, dat de afsluiting njet voor de eeuwig heid geschiedt; de Raad is altijd bevoegd zijn besluit weer op te heffen, wanneer blijkt, dat op andere wijze een betere oplossing bereikt kan worden. Ten slotte zegt Spr., dat men hieraan niet moet vastkop pelen het bouwen van een brug of noodbrug over den Tram- singel; die zaak staat geheel op zich zelf. De heer LOONEN verklaart, dat de Wethouder zijn be zwaar tegen de afsluiting van den Nijverheidssingel niet heeft kunnen wegredeneeren. Men moet niet uit het oog verliezen, dat de schoolkinderen viermaal per dag dien omweg van 200 M. zullen moeten maken. Aangezien hem nog niet is gebleken, dat er zoo'n haast bij de zaak is, verzoekt Spr. de verdere behandeling ervan aan te houden en haar nog eens nader te bezien. De heer VAN VEEN zal, gehoord de toelichting van den Wethouder, legen dit voorstel stemmen. Er kan z.i. volstrekt geen bezwaar tegen bestaan om buizen, lantaarnpalen e.d. elders op te slaan en hij noemt het dan ook dwaas om door hernieuwde afsluiting van den Nijverheidssingel den indruk te wekken, dat het terrein der omgebouwde (jasfabriek nu reeds te klein is. De heer H AALMAN heeft van den heer Es bach geen enkel motief gehoord, waaruit blijkt, dat het positief nood-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 188