18 MAART 1930.
189
zakelijk is, de opslagplaats juist aan den Nijverheidssingel te
hebben; het lijkt hem dan ook toe, dat louter gemakzucht
daarvan de drijfveer is, immers, de dienst van Openbare
Werken heeft ook een opslagplaats in den Belcrumpolder.
Spr. ziet dan ook niet in, dat daarvoor een gedeelte van den
Nijverheidssingel aan den openbaren dienst moet worden
onttrokken.
De heer VAN DE VEN acht het verkeersbezwaar het
voornaamste. Men moet dat, volgens Spr., niet onderschatten;
het verkeer wordt ter plaatse buiten kijf slechter. Aan den
anderejn kant neemt Spr. aan, dat bedoeld gedeelte van den
Nijverheidssingel bijzonder geschikt is voor opslagplaats voor
de Bedrijven. Spr. zou de Bedrijven ter wille willen zijn,
maar het verkeer mag daardoor niet slechter worden. In
aanmerking nemende, dat de vaste brug bij de Lunetstraat
er nog in geen jaren zal liggen, vindt Spr. het beter het ver
keersbezwaar te ondervangen door het maken van de door
den heer Loon en voorgestelde noodbrug.
De heer MEIJVIS vraagt, of het nu werkelijk zoo dringend
noodig is, dat het bewuste gedeelte van den Nijverheidssingel
over de geheele breedte in gebruik moet worden genomen.
Als er een strook grond kon worden opengehouden, zou het
verkeersbezwaar grootendee'.s ondervangen zijn.
De heer VAN HOUTEN is door de argumenten van den
Wethouder niet overtuigd van de noodzakelijkheid van de
voorgestelde afsluiting. Buizen, hulpstukken enz. kunnen z.i.
evengoed in den Belcrumpolder worden opgeslagen. Een
opslagplaats in dien polder is trouwens nog beter voor sche
pen bereikbaar dan een aan den Nijverheidssingel. Ook met
het oog op vuil en sintels is een opslagplaats in den Bel
crumpolder verkieslijker; zij kunnen vandaar gemakkelijk
regelmatig verwijderd worden. Wat het huisje voor den