18 MAART 1930.
191
De heer Van de Ven acht het verkeersbezwaar het
voornaamste. Deze moet echter niet uit het oog verliezen,
dat de omweg, welken men dan zal moeten maken, als er
al een gemaakt moet worden, nog geen 200 M. lang is; voor
voertuigen en fietsen kan dat toch heelemaal geen bezwaar
zijn. Ter wille van het éénrichting-verkeer moeten wel groo-
tere omwegen gemaakt worden.
De kwestie van het leggen van een hulpbrug is thans niet
aan de orde; Spr. wil er alleen dit van zeggen, dat zoo'u
hulpbrug groot bezwaar voor de scheepvaart zou opleveren,
tenzij men besloot daar een verhoogde brug te maken met
trappen aan weerszijden en dit lijkt Spr. ook geen ideale
oplossing, vooral niet voor kinderen.
Den heer Van Houten, die namens zijn fractie heeft
verklaard tegen dit voorstel te zullen stemmen, wil Spr. er
ever, opmerkzaam op maken, dat dit voorstel ook in de Gas-
commissie behandeld is en dat de geheele commissie, ook
diens partijgenoot Gru ij s, er toen mede accoord ging.
De VOORZITTER wil even wijzen op den ernst, waarmede
deze zaak is onderzocht; zulks is niet in een vloek en een
zucht geschied. Niet minder dan vier directies zijn over de
zaak gehoord: de Politie met het oog op het verkeer, Open
bare Werken ten opzichte van den grond, de Beplantingen
in verband met de afscheiding van den weg en, zooals van zelf
spreekt, de Lichtbedrijven. Bovendien hebben Burgemeester
en Wethouders hun gedachten daarover laten gaan en heeft
de Gascommissie de zaak nog behoorlijk bezien. Laatstge
noemde heeft zich met algemeene stemmen voor het voorstel
verklaard. Ook alle zooeven genoemde directies hebben zich
voor het plan uitgesproken, zoodat men wel voorzichtig mag
zijn als men overweegt het te verwerpen. Spr. acht de uit
gebrachte critiek niet afdoende. Dat de schoolkinderen 800
M. per dag meer zullen moeten loopen, kan geen bezwaar
zijn; hun gezondheid kan daarmede slechts worden gebaat.
De afsluiting kan ten slotte alleen wat lastig zijn voor per-